Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [53]De droogte mitsgaders de hitte nemen de sneeuwwateren weg; [alzo] het graf [dergenen, die] gezondigd hebben. 53. Dat is, gelijk de sneeuwwateren, die scherp en doordringend zijn, op een dorre aarde gevallen zijnde, door de hitte des daags lichtelijk indrinken en verteerd worden; alzo gaan veel zondaren zoetjes uit, wanneer hun sterfdag gekomen is, zonder lang onder veel smarten te kwijnen. Hij beschrijft aldus de uiterlijke gelukkigheid, die de goddelozen in hun sterven naar 's werelds aanzien hebben.